Voor mijn cursisten heb ik alle bekende onregelmatige werkwoorden simpelweg op klank gezet. Dan lukt het beter:
Een voorbeeld: Er zijn een stuk of dertig werkwoorden, die buiten de normale verbuiging vallen, maar toch tellen als regelmatig. Waarschijnlijk heeft dat met de eindklank te maken.
Att tro-trodde-trod (geloven)
Att glo - glodde - glod (aanstaren)
Att bo-bodde-bod (wonen).Enzovoort.
Dit is een ezelsbruggetje, maar wel een effektieve.
Typisch is dat als ze op deze manier geleerd worden, ze om de een of andere reden beter te onthouden zijn.